Diff for "Atlas"

Differences between revisions 3 and 4
Revision 3 as of 2007-11-08 20:49:28
Size: 36049
Comment:
Revision 4 as of 2009-05-30 23:34:58
Size: 36049
Editor: localhost
Comment: converted to 1.6 markup
No differences found!

Atlas draagt de wereld op zijn schouders. Atlas... dat zijn wij met zijn allen!

Onderstaande is inmiddels achterhaald voor een deel. Omdat het echter de eerste aanzet tot Vrijschrift vormt staat het document hier in ongewijzgde vorm.

Als Atlas wakker wordt...

Inleiding

De wetenschappelijke cultuur is er een van delen en elkaar helpen. Resultaten van onderzoeken op medisch gebied worden ogenschijnlijk belangenloos gepubliceerd. Dat doen anderen ook, en zo helpt men elkaar wereldwijd, en worden onderzoekers er ook beter van. Het is een eenvoudig sociaal principe: je geeft iets, en krijgt veel terug, omdat iedereen, ongeacht kleur en taal, resultaten publiceert. Publieke onderzoeksinstellingen zoals universiteiten delen zo niet alleen medische kennis, maar ook tal van andere resultaten uit disciplines als materiaalkunde, chemie, bedrijfskunde, enzovoorts.

De allereerste pioniers op het internet kwamen uit publieke onderzoeksinstellingen voort. Geen wonder dat die sociale wetenschappelijke cultuur ook de basis van het internet vormde en alles wat daar aan ontwikkelingen uit voort vloeide. Hun inspanningen gaven ons onder andere e-mail en het www. Zaken die van grote maatschappelijke waarde zijn.

Zo gaf de wetenschap het internet letterlijk en heel bewust weg aan ons. Daarom zegt men ook dat het internet van niemand en van iedereen is. Je kunt voor wederverkoop domeinnamen opkopen. Er zijn bedrijven die dit doen. Dat is handel, en daar is toch niets op tegen?

Je kunt het ook bestempelen als ethisch onjuist en misbruik, als een dolksteek in de rug van de mensen die het internet als uitvinding niet patenteerden, maar het bewust aan ons schonken, zonder dat zij er beter van werden.

Die sociale wetenschappelijke cultuur botst continu met de commercie. Dat is op zich niet zo erg en zelfs gezond. Echter dat de media alles wat eenzijdig belichten is wel erg. Het gevolg is dat onze samenleving zich maar zeer beperkt bewust is van de achterliggende sociale cultuur. Dat verdraait onze mening en blik op onze samenleving.

De internetgemeenschap is een aftakking geworden van die sociale wetenschappelijke universiteitscultuur. Het is echter niet meer het terrein van academici, maar van iedereen die deel wil nemen. Massa-media worden gedreven door commercie, of op zijn best een mix van commercie en idealisme. Het is niet zozeer het aanbod van nieuws, maar de vraag van de consument die bepaalt welke stukjes van de puzzel u bereiken. Het gebrek aan aandacht voor de internetgemeenschap heeft tot gevolg gehad dat de meeste mensen totaal niet snappen wat de drijfveer van de internetgemeenschap is, niet weten wat ze doen en zelfs niet eens weten dat ze bestaan. Hoog tijd dus om eens een boekje open te doen over de ware aard van de sociale en vrije internetgemeenschap.

Zo is er op dit moment op het internet veel ophef en informatie over de ontwikkelingen rondom nieuwe patentrechten in de EU terwijl de oude media er nauwelijks over reppen. De gevolgen van die ontwikkelingen zijn zo groot dat het iedereen in onze maatschappij raakt.Dit artikel geeft achtergrondinformatie over de filosofie en drijvende krachten achter organisaties zoals de "Free Software Foundation", natuurlijk het Nederlandse vrijschrift initiatief waar dit document vandaan komt, en tal van andere welwillende organisaties die gezamenlijk de internetgemeenschap vormen. Het is bedoeld als een introductie, want het is een topje van een ijsberg. Om u dingen te laten zien waar u mogelijk totaal geen weet van heeft. Als een bijdrage aan een betere wereld. Om u aan te moedigen deel te nemen.

De internetgemeenschap

De internetgemeenschap is een groep mensen die wordt gekenmerkt door samenwerking en idealisme. Vrijheid staat hoog in het vaandel. Voor alle duidelijkheid: de mensen die mij ongevraagd per e-mail lastig vallen met informatie over penisvergroting en andere flauwekul, met op de koop toe nog een computervirus erbij, geven het internet een negatieve naam en horen er niet bij, maar overschaduwen de belangstelling voor de inspanningen van de internetgemeenschap wel.

Het gebrek aan publieke belangstelling voor de internetgemeenschap vloeit ook voort uit gebrek aan PR om activiteiten en ontwikkelingen binnen de internetgemeenschap naar buiten toe te promoten.

Kent u het Project Gotenberg? Deze internetgemeenschap plaatst boeken op het internet waarvan de copyrights vervallen zijn. Zo kunt u gewoon de werken van Shakespeare zonder kosten ophalen, maar ook werken als Tarzan. Project Gotenberg wil alleen al in dit jaar (2001) duizend boeken publiek toegankelijk maken. Het zal duidelijk zijn dat flink wat mensen zich bezig houden met het omzetten naar digitaal formaat, proeflezen, opmaak in orde maken, enzovoorts.

Hieruit volgt een belangrijke conclusie.

De tijd dat de internetgemeenschap uitsluitend het domein was van welwillende hackers ligt achter ons. Met de juiste instelling kan iedereen, vernet via zijn eigen computer, deelnemen aan die gemeenschap.

Dus ook mensen die zich niet met programmeren bezig houden zoals de vrijwilligers van Project Gotenberg. En dus ook mensen zoals U en ik. Een project als het Vrijschrift.org kan alleen slagen als voldoende mensen weet hebben van het bestaan, het maatschappelijke nut er van inzien en zin hebben om er actief iets mee te doen.

Voorbeeld: de niet genomen kleine moeite
Het Engelse woord "humanity" heeft een dubbele betekenis: "mensheid" en "menselijkheid". Zo wordt "crimes against humanity" in Nederlandse nieuwsuitzendingen vaak vertaald naar "misdaden tegen de menselijkheid" (in plaats van mensheid). Dat kan natuurlijk niet. Je kunt geen misdaad plegen tegen een eigenschap van mensen.
Het maken van dit soort fouten is niet zo bijzonder. Echter sinds jaren horen vele miljoenen Nederlanders de fout bijna dagelijks en andere omroepen nemen de fout over. En toch neemt niemand de moeite om de fout recht te zetten. Er is blijkbaar onvoldoende motivatie om hier iets aan te doen, terwijl één brief naar de redactie waarschijnlijk voldoende is om het op te lossen.
Soortgelijk gedrag is ook binnen de internetgemeenschap van toepassing. Er worden fantastische oplossingen gemaakt en gecirculeerd binnen de gemeenschap. Het maken van die oplossing is een uitdaging, maar het naar buiten communiceren van het bestaan van die oplossing niet.  Vergelijkbaar is een persberichtje naar redacties een kleine moeite met extra aandacht tot gevolg als dit consequent bij iedere stap voorwaarts zou gebeuren.

Voorbeeld: hacker versus cracker
De definitie is als volgt: Hackers zijn mensen die iets opbouwen; digitale ontwikkelaars en experts op hun vakgebied, en crackers zijn mensen die vernielingen aanrichten. Bijna ieder lid van de internetgemeenschap kent dit verschil.
Toch heeft de naam hacker publiekelijk een negatieve bijklank. Als een hacker zich toegang verschaft tot een internetserver van een bank, dan is dit om aan te tonen dat er bijvoorbeeld lekken zitten in de beveiliging zonder de bedoeling schade aan te richten, maar wel met de bedoeling om u bewust te maken van de risico's die u loopt bij die bank. Zo'n actie is niet legaal, maar dient ons allemaal.
Tim Berners-Lee  [2] is een hacker die het world wide web heeft uitgevonden zoals we dat allemaal gebruiken. Hij spant zich nog steeds in om het internet publiek te houden.
Crackers zijn er echter vaak op uit om schade aan te richten door zich toegang te verschaffen tot uw computer, bestanden in te zien en te verwijderen, etc.. "Cyber punks" dus. Crackers: van Dale heeft het nog steeds over dingen die je op kunt eten.
Dat een gemiddeld mens het verschil tussen en hacker en cracker niet weet is acceptabel. Dat de redacties van vele commerciële computerbladen dit verschil niet weten is een blunder. Zij noemen crackers consequent hackers, en geven hen dus die negatieve bijklank. Deze onwetendheid kan maar op een manier verklaard worden: te weinig interesse van de media om zich te verdiepen in die niet zo commerciële internetcultuur waar ze zelf blijkbaar ook geen deel van uitmaken.

Sociaal en niet sociaal

Het leveren van inspanningen in onze maatschappij wordt bijna altijd in relatie gebracht met: "Wat levert het op?". Dit principe zit zo diep, dat we er vaak van opkijken als iemand iets voor een ander doet zonder een vergoeding te eisen. Maar is dat wel zo?

Op straat

Stel u loopt in een winkelstraat en voor u verliest iemand een shawl. U doet moeite om hem terug te brengen. Degene die de shawl in ontvangst neemt is onverwacht blij. Dat is uw beloning. Het koste een inspanning, het leverde geen cent op en toch gaf het u een goed gevoel een absolute vreemdeling te kunnen helpen en u weet dat u nooit iets terug zult krijgen.

Nieuwsgroepen

Een ander voorbeeld met meer relatie tot het internet: de Usenet Nieuwsgroepen. Als ik een technisch probleem heb, dan ga ik naar zo'n nieuwsgroep toe met mijn vraag, en volgt er vanzelf wel een antwoord van iemand die daar meer verstand van heeft.

Daar krijg ik dus zomaar een gratis consult van iemand die normaal gesproken toch al gauw 90 euro per uur kost. Geweldig toch?

Vergelijkbaar ben ik ook niet zo goedkoop per uur, en geef op mijn speurtochten naar antwoorden terloops ook maar antwoorden op de vragen van anderen.

Het gevoel daarbij is dat ik iets moet terugdoen voor de antwoorden die ik zelf krijg. Ik doe dat al heel wat jaren, en merk dat dit ook anderen beweegt. Men is vaak zeer betrokken. Bij discussies kunnen de gemoederen in zo'n groep behoorlijk verhit raken, maar het helpen van elkaar op zo'n manier is een geweldig principe.

Het voorgaande is vergelijkbaar met het geven van een cadeautje aan een dierbaar iemand. Het is leuk om iets weg te geven. Het geeft je een goed gevoel als het op prijs gesteld wordt. Je verwacht niet dat iemand iets teruggeeft van exact dezelfde prijs. Ik denk dat veel medemensen zich wat bewuster moeten zijn van het feit dat dit principe niet alleen voor cadeautjes op gaat, maar ook voor het wat voor een ander doen.

Onvrede als drijfveer

Er is maatschappelijk een tendens waarneembaar waarbij men zich steeds meer bewust wordt van de gevolgen van "niet sociaal" gedrag en misstanden. Er is een toenemende drang naar vrijheid en minder betutteling. Het internet wordt gebruikt als reactie hierop. Het is het nieuwe symbool van vrijheid. Het internet heeft de wereld in zekere zin klein gemaakt. De mensen die zich af zetten tegen "niet sociaal" gedrag vinden elkaar daardoor makkelijk in die kleine wereld. De Cluetrain Manifesto is een prima voorbeeld hiervan [1].

Het is opvallend hoe vaak onvrede de drijfveer is om te komen tot mooie initiatieven. Bij Project Gotenberg is het de onvrede dat de ooit dure computertijd niet goed benut werd en dat oude werken opnieuw in handen vallen van machtige uitgevers. Hun strijd is het om werken in het publieke domein te krijgen, maar ook om ze daarin te houden. Zo zijn er groepen die zich bezighouden met patenten. Zij maken hun onvrede kenbaar door te laten zien dat eeuwenoude productiemethoden (zonder patenten) uit India door Japanners en Amerikanen gepatenteerd worden. En zij laten u zien dat een (groot) aantal patenten de gemeenschap bedreigen, en niet dienen (hetgeen de grondgedachte achter patenten is). Op de site van het Cluetrain Manifesto stonden veel links naar vele vertalingen, maar geen naar een Nederlandse vertaling. Het was die onvrede om er vervolgens wat mee te doen.

Binnen de internetgemeenschap zijn redelijk grote verschillen te vinden. De Free Software Foundation heeft onder leiding van Richard M. Stallman ontegenzeggelijk het grootste stempel gedrukt op de hackers-internetgemeenschap door enerzijds GNU te ontwikkelen, maar vooral door anderzijds een sterke filosofische boodschap uit te dragen. Het Project Gotenberg (ook wel PG genoemd) heeft onder leiding van oprichter Michael S. Hart veel veel mensen gemotiveerd om zich op een sociale manier in te zetten bij het publiceren van public domain boeken. Zijn boodschap is aanzienlijk milder, en hij heeft daar ook veel mee bereikt.

General Public License

De ontwikkeling van GNU/Linux is geworden tot een volwaardig alternatief voor veel software die in eigendom is van commerciële ontwikkelaars. In plaats van een computer uit te rusten met Windows en tal van programma's zou u dus kunnen overwegen om GNU/Linux op die computer te installeren.

GNU/Linux is "vrij" te gebruiken door de gemeenschap en een fantastisch voorbeeld van positief sociaal gedrag. Met "vrij" wordt onder andere bedoeld dat je een kopie mag maken voor je naasten. Dankzij het internet zijn vele duizenden mensen betrokken bij de ontwikkeling van GNU/Linux en groeit dat aantal mensen dagelijks. In deze gemeenschap helpen mensen elkaar op die hierboven beschreven sociale manier, maar is ook het vaak in hun ogen niet sociale gedrag van producenten van "niet vrije" software van belang bij de motivatie van deze groep.

Maatschappelijk gezien heeft de individuele burger door het internet een middel gekregen om zich snel te kunnen organiseren en snel te kunnen communiceren. Dat is hun middel om een krachtig blok te vormen. Bovendien zijn mensen uiterst creatief. Hoe doe je iets aan de praktijken van "niet vrije" software producenten? Door ze de wind uit de zeilen te halen met "vrije" software waar je wel een kopie van mag maken voor je naasten en die je niets kost. Die creativiteit gaat nog een stapje verder. Je zou het niet verwachten, maar er hangt wel degelijk een licentie aan "vrije" software. Deze "General Public License" of "GPL" zorgt ervoor dat de beschreven vrijheden voor het gebruik gewaarborgd worden in gewijzigde versies van deze software door te stellen dat de "GPL" ook van toepassing is op alle gewijzigde versies. De software valt zo nooit ten prooi aan mensen en organisaties die er misbruik van willen maken.

Bij de software horen natuurlijk ook handleidingen. Vrije documenten zijn ook middels een "GPL" te beschermen (net als uitvindingen, muziek, etc.). Dat heb ik hier ook gedaan. Boven aan dit document staat: "Permission is granted to copy, distribute and/or modify this document under the terms of the GNU Free Documentation License" (FDL). Deze "FDL" is een broertje van de "GPL"; een uitvoering voor tekst in plaats van software. Het komt er op neer dat dit document gebruikt, gewijzigd en verspreid mag worden door anderen, maar dat de licentie er altijd aan vast blijft zitten. Dit algemene principe wordt "Copyleft" genoemd. Copyrights worden dus gebruikt om het tegenovergestelde te bereiken. Heel tegenstrijdig, maar uiterst effectief.

Free Software Foundation

Richard M. Stallman was werkzaam bij het MIT (Massachusetts Institute of Technology) in een tijd dat het heel gewoon was elkaar te helpen met broncode van software (vanuit broncode is het mogelijk om binaire programma's te compileren voor verschillende systemen). Later werd hij geconfronteerd met software zonder broncode en beperkt door copyrights. Het gevolg was dat hij een compleet nieuw en vrij unix-achtig systeem wilde bouwen met de naam GNU, maar ook dat hij de sociale aspecten ging analyseren en zijn ideeën ging uitdragen door de Free Software Foundation op te richten.

Technisch Intermezzo:

Hiervoor is GNU/Linux al genoemd, en ik zal eerst dat verhaal afronden. Bij de ontwikkeling van de GNU-software werd van buiten naar binnen gewerkt. Het laatste stukje dat ingevuld diende te worden was de kern van de software (de kernel). Toen onafhankelijk hiervan de Linux kernel van Linus Torvalds verscheen is besloten om deze te gebruiken. Zo ontstond GNU/Linux. Om die reden is het beter om niet van Linux te spreken, maar van GNU/Linux. Belangrijk is het om te beseffen dat het hier om vrije software gaat met een General Public License. De smaken rondom GNU/Linux worden veroorzaakt door de diverse verschillende distributies die meestal commercieel van aard zijn. Uitzondering hierop is Debian, waarmee dit de enige distributie is die echt helemaal "vrij" is. De oorspronkelijk bedoelde kernel van GNU is de "HURD". De HURD heeft forse vertragingen opgelopen, en verkeert in een teststadium. Voor de volledigheid is het van belang te weten dat er los van GNU nog enkele spelers zijn. Dit zijn met name Unix-achtige systemen van de BSD familie. Zo wordt FreeBSD met zeer veel succes toegepast als internet server. Het is dan ook niet voor niets dat Apple voor zijn nieuwe operating systeem OSX voor het open FreeBSD als basis heeft gekozen. Microsoft heeft op het internet nooit een dominant marktaandeel kunnen bemachtigen. Afgezien van technische kenmerken verzet de internetgemeenschap zich sterk tegenover Microsoft's beleid t.a.v. closed source en marktbenadering. Die houding vloeit grotendeels voort uit de filosofie van de Free Software Foundation en is ook duidelijk terug te vinden in het Open Source Initiative. Ik verwacht dat Microsoft de komende jaren langzaam een marktaandeel moeten afstaan, en dat ze noodgedwongen een andere benadering zullen moeten kiezen. Zo wordt er in de wandelgangen bij Microsoft ook wel eens gefluisterd over open source.

In een kroniek van Richard M. Stallman op de site van de Free Software Foundation staat letterlijk het volgende over "vrij" als in vrijheid:

De term "vrije software" wordt soms niet goed begrepen--het heeft niets te maken met de prijs. Het gaat over vrijheid. Daarom volgt hier de definitie van vrije software: een programma is vrije software, voor jou, een specifieke gebruiker, als:

 * Je de vrijheid hebt om het te draaien, voor ieder doel.

 * Je de vrijheid hebt om het te veranderen naar je eigen behoeften. (Om deze vrijheid daadwerkelijk mogelijk te maken in de praktijk moet je toegang hebben tot de broncode, aangezien het maken van aanpassingen in een programma zonder het hebben van de broncode buitengewoon moeilijk is.)

 * Je de vrijheid hebt om kopieën te herverdelen, zowel gratis als voor een vergoeding.

 * Je de vrijheid hebt om gewijzigde versies te verdelen, zodat de gemeenschap baat heeft bij jouw verbeteringen.

De vier genoemde vrijheden zijn de uitgangsbasis voor de General Public License (GPL).

Richard M. Stallman wordt binnen de gemeenschap vaak afgekort tot RMS. Het is maar dat u het weet...

Het Nederlandse "vrij" kan vertaald worden naar het Engelse "free", maar heeft dan ook de betekenis "gratis", en dit wordt nu juist niet bedoeld.

RMS:

Vanwege de onduidelijkheid van het Engelse "free" is er lang gezocht naar alternatieven, maar niemand heeft een passend alternatief gevonden. De Engelse taal heeft meer woorden en nuances dan iedere andere taal, maar het mist een eenvoudig, ondubbelzinnig woord met de betekenis "vrij", als in vrijheid--"onbelemmerd" (Engels "unfettered"), als het woord dat het dichtst bij de betekenis komt. Alternatieven als "liberated", "freedom" en "open" hebben of de verkeerde betekenis of een ander nadeel.

Gelukkig hebben wij in het Nederlands dat probleem met het woord "vrij" niet. Wel noemt hij in de laatste zin bewust het woord "open". In 1998 is het Open Source Initiative gestart. De doelstellingen komen voor een zeer groot deel overeen met die van de Free Software Foundation. Het verschil is in eerste instantie niet zo duidelijk. Beide organisaties gaan over "vrije" software waarvan de "source" (broncode) "open" is. Het Open Source Initiative is wat meer praktisch (met meerdere smaken van de GPL) terwijl de Free Software Foundation meer principieel en idealistisch is. De verschillen zijn begrijpelijk. Het Open Source Initiative trekt kleine, maar ook grote bedrijven over de streep zoals Apple, Corel en Sun, en dat is heel wat waard voor de gemeenschap. Anderzijds is juist die puurheid van de Free Software Foundation ook heel wat waard.

RMS:

We moeten praten over vrijheid

Huidige schattingen geven aan (2000) dat er tien miljoen gebruikers zijn  van GNU/Linux systemen zoals Debian GNU/Linux en Red Hat Linux. Vrije software heeft dusdanige praktische voordelen ten toon gespreid dat gebruikers toestromen om puur praktische redenen.

De positieve gevolgen hiervan zijn duidelijk: meer interesse om vrije software te ontwikkelen, meer klanten voor vrije software bedrijven, en meer in staat zijn om bedrijven aan te moedigen commerciële vrije software te ontwikkelen in plaats van softwareproducten die in eigendom zijn.

Maar interesse in de software groeit sneller dan de bewustheid van de filosofie waarop het gebaseerd is, en dit leidt tot problemen. Ons in staat zijn om uitdagingen aan te gaan en bedreigingen te weerstaan zoals hierboven beschreven (doelende op met name patenten en misbruik) is afhankelijk van onze wil om ons sterk te maken voor vrijheid. Om er zeker van te zijn dat onze gemeenschap die wil ook heeft, moeten we het idee doorgeven aan iedere nieuwe gebruiker die in onze gemeenschap komt.

Maar we zijn niet in staat om dit te bereiken: De moeiten om nieuwe gebruikers aan te trekken naar onze gemeenschap overtreffen bij verre de moeiten om hen de leer van onze gemeenschap bij te brengen. We moeten beiden doen, en we moeten beide moeiten in evenwicht houden.

Het loont de moeite om deze boeiende en beknopte kroniek te lezen [3]. Middels de home page van de Free Software Foundation zijn meer filosofische en ethische onderwerpen te benaderen [4].

Vertaald naar het Vrijschrift initiatief

Richard Stallmann slaat hiermee de spijker op zijn kop. Veel gebruikers zijn zich niet bewust van de filosofie achter vrije software en zelfs bij hackers ontbreekt dat bewustzijn nog wel eens. Dan heb ik het nog niet eens over het gapende gat tussen onze dagelijkse maatschappij en de internetgemeenschap.

Zoals eerder aangegeven is de filosofie ook goed bruikbaar voor documenten en andere intelectuele creaties. Bij mijn pogingen om het Vrijschrift initiatief van de grond te krijgen zie ik het bewust maken van welwillende mensen als het grootste obstakel. Het is dan ook juist die pure filosofische boodschap van de Free Software Foundation die goed over moet komen op iedereen in de wereld (denk ook aan Project Gotenberg) en in het bijzonder op alle Nederlanders waarbij ik doel op het Vrijschrift initiatief. Daarmee is hoop ik nu ook duidelijk waarom ik heb gekozen voor de term "vrijschrift" en niet "openschrift".

De grootte van Nederland is minder dan 7% van de Amerikaanse populatie. Toch tellen wij 16 miljoen inwoners waarvan er zeker een hoop een bijdrage willen leveren aan Nederlandse inspanningen. Als ik één promille van alle leerkrachten in Nederland actief achter het Vrijschrift initiatief krijg, en leerlingen, en ouders, en scholen en universiteiten, en bedrijven, en de politiek, dan ben ik al heel erg tevreden. Een zoektocht op het Nederlandse web levert bar weinig inspanningen op. Het geeft uitsluitend aan dat het hard nodig is om de filosofie te promoten. Wereldwijd zijn vele duizenden mensen op de een of andere manier betrokken bij het vrijwillig schrijven van documentatie, illustraties, etc. Dan moeten er in ons land toch zeker wel enkele honderden mensen enthousiast te maken zijn voor het Vrijschrift initiatief? En als u een van die honderden bent, dan is dit document opgedragen aan u!

Patenten bedreigen iedereen in de EU...

Patenten zijn bedoeld om technologische innovatie te stimuleren. En in de "bouten en moeren wereld", voordat er software kwam, was dat idee redelijk uit te dragen. Voor stoffelijke zaken dus. Voor niet stoffelijke zaken als software remt het patent juist innovatie en dient het dus niemand waarmee ik doel op de "niet bouten en moeren wereld".

Dit gedeelte is dusdanig belangrijk dat het op dit moment de hoogste prioriteit van Vrijschrift heeft. Lees hier meer.

Bedreigingen door copyrights

Voor het vrijschrift initiatief spelen patenten een kleinere rol, ook al heeft het bovengenoemde LZW-voorbeeld wel degelijk zijn uitwerking op illustraties, etc. evenals het "css-patent". Het vrijschrift initiatief heeft echter wel veel te maken met copyrights. De totaal absurde Amerikaanse toestanden rondom patenten zijn gelukkig bij copyrights niet van toepassing, ook al komt de grondgedachte overeen; het bieden van een stimulerende omgeving voor een auteur in de brede zin van het woord (schrijvers, schilders, etc.).

Copyrights geven meestal de eigenaar van het copyright het exclusieve recht het kopiëren van een geschreven stuk (of een opname, of afbeelding, of een elektronische vertaling, ...) te beheersen. Op het moment dat iets geschreven is rusten er automatisch copyrights op. Bij Social Science Electronic Publishing, Inc. leren we een aantal aspecten kennen. [8] Feit is dat het makkelijk is om een inbreuk te doen. Een antwoord op een e-mail waarbij de originele tekst (deels) blijft staan kan al genoeg zijn. Zaken als redelijkheid en gebruikelijkheid zijn echter van invloed, en maken de wetgeving meteen grijs in plaats van zwart-wit. Daarbij maak ik meteen een belangrijke opmerking. Wetgeving verschilt per land.

Er is echter één punt van groot belang voor educatieve doelen. Feiten mogen wel gekopieerd worden. Social Science Electronic Publishing, Inc. zegt hierover [9]:

Het kopiëren van FEITEN uit iemand anders zijn werk wordt niet aangemerkt als kopiëren.. Als een wetenschapper een natuurwet ontdekt, of een historicus legt enkele feiten bloot over het verleden, dan staat het vrij om deze informatie te kopiëren. En dit is waar, zelfs als ze jaren van inspanning hebben geïnvesteerd in hun ontdekkingen - feiten zijn public domain. Maar het kopiëren van de *woorden* die iemand gebruikt om de feiten te uitten, en vaak de *selectie* en *rangschikking*, van de feiten, is niet toegestaan.

Een elektronische versie maken van een tabellenboek mag dus niet, maar de inhoud van de tabellen mag dus wel gebruikt worden.

De politiek is echter ook een grote bedreiging. In ons informatietijdperk zijn copyrights op werken van toepassing tot vele tientallen jaren na de dood van de auteur. Dit is op zijn minst discutabel, want het betekent dat het werk dus zolang uit het public domain blijft, dat toekomstige generaties er niet uit kunnen putten. Wie heeft hier belang bij? Je zou in deze informatietijd juist verwachten dat die periode redelijk zou zijn. Overheden propageren net zo makkelijk dat het belangrijk is om on-line informatie te kunnen raadplegen [10], als dat ze juist on-line informatie onthouden door absurd lange copyright termijnen. Een welvarende samenleving valt en staat bij het kennisniveau. [11]

Tot nu toe heb ik het woord copyrights gebruikt, terwijl de Nederlandse taal het woord auteursrecht kent. Omdat de rechten echter vaak helemaal niet bij de auteur liggen maar bijvoorbeeld bij de uitgever gebruik ik liever het woord copyright. Een ethische verhandeling valt buiten het bestek.

Bescherming voor de gemeenschap

Wat wel binnen het bestek valt zijn de moeiten die veel onderwijzende mensen stoppen in het schrijven van materiaal voor lessen. Vaak omdat bestaande stof uit boeken verouderd is, of vanwege een verschil in opvattingen, of omdat er simpelweg niets voor handen is. Vaak is idealisme een drijvende kracht om te schrijven. Het is dan zonde dat het werk in handen van derden valt als het niet op de een of andere manier beschermd is.

Dus: kleine lettertjes toevoegen om te bereiken dat werken ook van de gemeenschap blijven. Dit is het minste dat gedaan kan worden. Er zijn vrije werken die het niet hebben. Deze schrijvers weigeren de realiteit onder ogen te komen, of zijn extreem in hun idealisme. Zij zien copyleft als voer voor juristen. Het laten stelen van een werk is echter altijd erger dan het betalen van een jurist. Bovendien komt er zeer zelden een jurist aan te pas, omdat de doelstelling van de schrijver duidelijk is, en is er geen droog brood voor juristen te halen. Daarnaast stellen deze schrijvers zichzelf in plaats van hun werken kwetsbaar op door juist die kleine lettertjes weg te laten.

Welke kleine lettertjes

Voor dit artikel heb ik redelijk wat bronnen geraadpleegd om iets te schrijven wat in ons land niet bestaat. Als iets dergelijks wel bestond, dan had ik dit niet geschreven of was de kans in ieder geval kleiner dat u het zou lezen. Dit document evolueerde op basis van bestaande en veelal vrije documenten waar ik onbeperkt uit mag putten, en evolueert verder op basis van uw opmerkingen en kritiek. Bij software is het handig dat modules van anderen voorhanden zijn. Voor geschreven tekst is dat niet anders. Om een groot en vrij educatief artikel of boek te schrijven is het gewenst dat u artikelen van anderen vrij mag gebruiken om er in te knippen en om ze aan elkaar te lijmen. Als u dat samen met de andere auteurs zou doen, dan is de kans groot dat de waarde voor de gemeenschap ook groter is, en veel lezers uw gemeenschappelijk werk verkiezen. Bij de Free Documentation License verhuist de licentie mee naar gewijzigde documenten. Zolang iedereen die FDL gebruikt is er dus niets aan de hand; de documenten zijn compatibel met elkaar. Er zijn echter schrijvers die vinden dat de FDL teveel rechten weggeeft. Bovendien is het soms niet wenselijk dat een artikel gewijzigd wordt.

Maar is dat wel zo? Als u een andere dan de Free Documentation License gebruikt dan is uw werk vaak niet bruikbaar om opgenomen te worden in een groter geheel. Voor nieuw educatief materiaal en naslagwerken is dit de enige licentie die in aanmerking komt.

Kijken we naar Project Gotenberg dan zien we dat bepaalde werken public domain zijn omdat copyrights vervallen zijn, hetgeen een ander verhaal is. Dit is tegelijkertijd het principe waar aan vast gehouden wordt: het in de kleine lettertjes " the small print! for public domain etexts" vertellen dat niemand copyrights aan het betreffende werk kan ontlenen. Er wordt dus geen copyleft principe gehanteerd.

Voor nieuwe werken is de Free Documentation License de meest voor de hand liggende keuze. Er zijn echter ook minder vrije vormen. De Verenigde Naties gebruiken deze vormen bijvoorbeeld om kennis in ontwikkelingslanden ter beschikking te stellen. Deze minder vrije licentievormen kunnen gebruikt worden om bestaande werken publiek te maken. Als een auteur moeite heeft met het feit dat iemand anders zijn werk kan wijzigen, maar het geen probleem vind dat anderen het lezen, dan is daar soms begrip voor op te brengen. De prioriteit van het Vrijschrift initiatief is het publiek toegankelijk maken van werken om het op zijn minst vrij te kunnen ophalen en te lezen. Dit is dus een compromis waarbij het belang van de gemeenschap voorop staat.

Er zijn veel bestaande documenten die in aanmerking komen om publiek gemaakt te worden. Denk maar eens aan materiaal op de intranetten van universiteiten en andere overheidsinstellingen. Als dat materiaal met overheidsgelden gemaakt is, dan is het dus per definitie van de belastingbetalende gemeenschap. Heeft het ook een educatief- en naslagkarakter, dan dienen deze werken publiek toegankelijk te zijn. Intermezzo:

De internetgemeenschap heeft typische kenmerken van Darwin's evolutiemodel. Sendmail handelt op dit moment het grootste deel van alle e-mails op de wereld af en is daarmee uitgegroeid tot een dinosaurus. Postfix is sterk in opkomst en zou wel eens die leidersrol over kunnen nemen. Was security ten tijden van de ontwikkeling van Sendmail minder belangrijk, nu is het een van de belangrijkste kenmerken van een mailafhandelingsprogramma. Survival of the fittest kan leiden tot doodlopende wegen. Het is dan beter om opnieuw op te bouwen dan te blijven oplappen aan iets bestaands.

De vergelijking met geschreven tekst gaat op. Als inzichten veranderen is er behoefte aan nieuwe teksten. De oude economie reageert traag op die behoefte. Het gevolg is dat ik de laatste tijd door veranderingen van studiesystemen meermalen heb gezien dat uitgevers in gebreke blijven, dat leerkrachten interim lesstof aanmaken. Als er beter van het internet gebruik zou worden gemaakt dan was bundeling van krachten makkelijker geweest. Dit soort omstandigheden geven bestaansrecht, zeg maar rechten om te overleven, aan het vrijschrift initiatief als nieuwe "levensvorm".

Tot slot

Dit artikel is bedoeld om u meer bewust te maken van een sociale internetgemeenschap die achter de schermen behoorlijk actief is. Het is ook bedoeld om u uit te nodigen deel te nemen aan een van de vele initiatieven zoals het Vrijschrift initiatief.

Feit is dat de internetgemeenschap nauwelijks PR bedrijft. Dat betekent niet dat die gemeenschap verzwegen kan worden. Door uw inzet wordt het onmogelijk die gemeenschap te negeren en worden we sterker. En dat is nodig, want wij dragen met zijn allen de wereld.

Wiebe van der Worp, versie 3, 29 augustus 2002, wiebe@vrijschrift.org .

Aanvullende informatie

[1]

  • Een aanrader. Het "Cluetrain Manifesto" is beslist iets wat u op uw gemak moet lezen. Ik heb met veel plezier voor u een Nederlandstalige versie van de 95 stellingen gemaakt van "Online Markten...Mensen van de Aarde". U kunt het vinden op http://www.viaisn.org/cluetrain/

[2]

[3]

  • Richard M. Stallman geeft hier een toelichting op het GNU project. Het is een boeiende verhandeling, en verklaart voor een deel zijn sterke houding binnen de gemeenschap. Het is voor niet technische mensen prima leesbaar en kan gevonden worden op http://www.fsf.org/gnu/thegnuproject.html

[4]

[5]

[6]

  • http://www.oreilly.com/ask_tim/amazon_patent.html laat zien hoe, in mijn ogen kortzichtig, Amazon reageert op de correspondentie van uitgever Tim O'Reilly. RMS (Richard M. Stallman) heeft die boy cot uitgeroepen, en ik koop dus zeker geen boeken daar.

[7]

[8]

[9]

[10]

  • Een voorbeeld van tegenstrijdigheid vinden we bij de Amerikaanse overheid. Veel boeiende informatie publiceert de overheid zelf en is bijvoorbeeld te vinden op http://www.loc.gov/ .Daar kan Nederland een voorbeeld aan nemen. Tegelijkertijd zien we dat diezelfde overheid de besproken copyright termijn al vaak heeft verhoogd.

[11]

[12]

[13]

De inhoud van deze site is zonder enige vorm van garantie beschikbaar onder zowel de GNU Free Documentation License als de Creative Commons Naamsvermelding-Gelijk delen-licentie