16803
Comment:
|
17453
|
Deletions are marked like this. | Additions are marked like this. |
Line 61: | Line 61: |
Het belangrijkste punt is het scheiden van uitvoerende, wetgevende en de rechterlijke macht die momenteel alle tot op zekere hoogte bij het Europees Octrooi Bureau (EOB) belegd zijn, zoals hierboven reeds vermeld. Dit houdt in dat de jurisprudentie van de TBAs/EBA van het EOB niet de basis moeten vormen voor een gemeenschapswet, anders doen we de huidige octrooiwetgeving en de interpretaties daarvan door nationale rechters in alle lidstaten teniet. Zelfs het Verenigd Koninkrijk, waarvan de wet het dichtst bij de jurisprudentie van het EOB staat, is nog altijd wat strikter dan het EOB. | Het belangrijkste punt is het scheiden van uitvoerende, wetgevende en de rechterlijke macht die momenteel alle tot op zekere hoogte bij het Europees Octrooi Bureau (EOB) belegd zijn, zoals hierboven reeds vermeld. Dit houdt in dat de jurisprudentie van de TBAs/EBA van het EOB niet de basis moeten vormen voor een Gemeenschapswet, anders doen we de huidige octrooiwetgeving en de interpretaties daarvan door nationale rechters in alle lidstaten teniet. Zelfs het Verenigd Koninkrijk, waarvan de jurisprudentie het dichtst bij de jurisprudentie van het EOB staat, is nog altijd wat strikter dan het EOB. |
Line 63: | Line 63: |
De Europese gemeenschap zou niet moeten instemmen met het Europese Octrooiverdrag (EO) op een manier die de volledige zeggenschap over de toekenning van gemeenschapsoctrooien overdraagt op een instantie buiten de gemeenschap (namelijk het EOB en zijn TBAs en EBA). Daarnaast dient ervoor te worden gewaakt dat instemming met het EO er niet toe leidt dat Europese wetgeving door het EOB wordt gemaakt, daarmee voorbijgaand aan de oprichtingsverdragen van de gemeenschap, de Europese Commissie en het Europees Parlement. | De Europese gemeenschap zou niet moeten toetreden tot het Europese Octrooiverdrag (EOV) op een manier die de volledige zeggenschap over de toekenning van Gemeenschapsoctrooien overdraagt op een instantie buiten de Gemeenschap (namelijk het EOB en zijn TBAs en EBA). Daarnaast dient ervoor te worden gewaakt dat toetreding tot het EOV er niet toe leidt dat Europese wetgeving door het EOB wordt gemaakt, daarmee voorbijgaand aan de verdragen van de Gemeenschap, de Europese Commissie en het Europees Parlement. |
Line 65: | Line 65: |
Voor Nederland en andere landen wordt er door het gemeenschapsoctrooi aansprakelijkheid met terugwerkende kracht geïntroduceerd. Daarnaast wordt het door het gemeenschapsoctrooi mogelijk om brede, vage en triviale octrooien in te dienen, met als doel na enkele jaren berichten over inbreuk de wereld in te sturen. Gezien de hoge kosten voor de aanvechting hiervan, zullen met name bedrijven uit het MKB de dupe zijn en moeten betalen. Het resultaat: door het gemeenschapsoctrooi wordt juridische afpersing ("legal extortion") winstgevend. | Voor Nederland en andere landen wordt er door het Gemeenschapsoctrooi aansprakelijkheid met terugwerkende kracht geïntroduceerd. Hierdoor wordt het door het Gemeenschapsoctrooi mogelijk om brede, vage en triviale octrooien aan te vragen, met als doel na enkele jaren aanmaningne over inbreuk de wereld in te sturen. Gezien de hoge kosten voor de aanvechting hiervan, zullen met name bedrijven uit het MKB de dupe zijn en moeten betalen. Het resultaat: door het gemeenschapsoctrooi wordt legale afpersing winstgevend. |
Line 67: | Line 67: |
België kent al aansprakelijkheid met terugwerkende kracht ("retroactive liability"), maar voor een kortere periode. De periode die nu wordt voorgesteld is langer dan die momenteel in de VS wordt gehanteerd. De ironie is dat misbruik en afpersing ("extortion") van deze periode in de VS al hebben geleid tot een roep om herziening, terwijl Europa het gevaar loopt hierin zelfs een stap verder te gaan. |
België kent al aansprakelijkheid met terugwerkende kracht, maar voor een kortere periode. De periode die nu wordt voorgesteld is langer dan die momenteel in de VS wordt gehanteerd. De ironie is dat misbruik en afpersing in de VS al hebben geleid tot een roep om herziening, terwijl Europa het gevaar loopt hierin zelfs een stap verder te gaan. |
Line 72: | Line 71: |
Line 88: | Line 88: |
(!) ErikHarperink vertaalt het antwoord op 4.1 |
|
Line 89: | Line 91: |
Patenten op software en bedrijfsmethodes geven aanleiding tot aanzienlijke handelsbelemmeringen en concurrentievervalsing binnen de EG. In sommige lidstaten, zoals Polen, worden deze patenten niet toegekend en beroepszaken tegen afwijzingen gebaseerd op dit onderwerp worden consequent niet ontvankelijk verklaard door gerechtshoven. In andere lidstaten, zoals het Verenigd Koninkrijk, volgen het gewoonterecht en rechtspraak op basis van precedenten de EPO-praktijk in grotere mate. Dit bezorgt Britse bedrijven die werken in Polen een concurrentienadeel en vormt een handelsbelemmering wanneer Poolse bedrijven proberen de markt van het Verenigd Koninkrijk te betreden. |
Gebaseerd op:
1.1 Bent u het eens met deze opsomming van basiskenmerken voor het octrooisysteem?
DieterVanUytvanck vertaalt het antwoord op 1.1
(Het gaat om volgende lijst:
- duidelijke materiële rechtsregels over wat wel en wat niet door octrooien kan worden beschermd, waarbij de belangen van de octrooihouders moeten worden afgewogen tegen de algemene doelstellingen van het octrooisysteem;
- transparante, kosteneffectieve en toegankelijke procedures voor het aanvragen van octrooi;
- voorspelbare, snelle en goedkope procedures voor de beslechting van geschillen tussen octrooihouders en andere partijen;
- voldoende aandacht voor andere belangen van het overheidsbeleid, zoals concurrentie (anti-trustmaatregelen), ethiek, milieu, gezondheidszorg en toegang tot informatie, zodat het octrooisysteem efficiënt kan functioneren en een geloofwaardige plaats in de samenleving kan innemen.
)
Het belangrijkste kenmerk van het octrooisysteem is dat we alleen zouden moeten overwegen het daar toe te passen waar het noodzakelijk is om innovatie in stand te houden of te bevorderen. Op de gebieden waar het innovatie negatief beïnvloedt moet het ingeperkt worden.
Onze grootste zorg is dat er dit keer te veel belang gehecht wordt aan bijkomstigheden. Dit is nutteloos als terzelfdertijd de bestaansreden van het octrooisysteem over het hoofd gezien wordt. Zo wordt bijvoorbeeld de definitie van "patentable subject matter" voortdurend uitgebreid. Proberen om deze uitbreiding te codificeren via "duidelijke regels" (zoals dit gebeurde bij de softwarepatentrichtlijn) helpt niet om deze zorgwekkende evolutie tegen te gaan.
Daarom denken we dat focussen op en het verbeteren van losse aspecten van het octrooisysteem een verkeerde aanpak is. Er is nood aan een innovatiebeleid op een hoger niveau. Octrooibeleid is slechts één onderdeel daarvan en alle aanpassingen aan het octrooisysteem zouden gebaseerd moeten zijn op het genoemde innovatiebeleid.
1.2 Zijn er nog andere kenmerken die volgens u belangrijk zijn?
DieterVanUytvanck vertaalt het antwoord op 1.2
De hoofdeigenschap van het octrooisysteem zou moeten zijn dat het octrooisysteem op zichzelf een (klein) onderdeel uitmaakt van een bredere innovatiestragie. We zouden graag meer garanties zien dat de mechanismes van het octrooisysteem "goede" octrooien produceren, d.w.z. octrooien die nodig zijn voor de markt en de maatschappij. We zouden graag een duidelijkere uitsluiting zien van "subject matter" op die vlakken waarbij het niet aangetoond is dat octrooien innovatie bevorderen.
Daarnaast is het belangrijk dat de bewijslast komt te liggen bij diegenen die het octrooisysteem willen uitbreiden -- veeleer dan bij hen die de gevolgen van octrooien dragen. We zouden graag proportionaliteit in het octrooisysteem zien, zodat zeer lucratieve en langdurende octrooien niet toegekend worden voor innovaties die goedkoop te produceren zijn of waarvoor de kans op onafhankelijke herontdekking zeer hoog is. Het octrooisysteem beperken tot "toegepaste natuurwetenschap", zoals dat traditioneel het geval was, is een goede vuistregel om dergelijke problemen te vermijden.
Een sterkere rol voor mededingingsautoriteiten zorgt voor het nodige evenwicht binnen en controle van het octrooisysteem. Octrooien zijn inperkingen van concurrentie met het oog op het bereiken van beleidsdoeleinden zoals het bevorderen van innovatie. De huidige administratieve regelgeving in verband met het octrooisysteem houdt geen rekening met concurrentiewerende effecten maar staat gewoonlijk aan de kant van de rechthebbenden. Mededingingsautoriteiten zouden de mogelijkheid moeten krijgen om rechtzaken te starten om octrooien ongeldig te verklaren of om verzet aan te tekenen tegen twijfelachtige octrooien die de concurrentie verstoren. Dit in het bijzonder wanneer de getroffen marktspelers niet de middelen hebben om verzet aan te tekenen (marktfalen bij verzet).
1.3 Hoe kan de Gemeenschap bij de ontwikkeling van haar octrooibeleid beter rekening houden met de bredere belangen van de samenleving?
DieterVanUytvanck vertaalt het antwoord op 1.3
Currently, patent policy is mainly formed by:
- The patent offices. Especially in case of the European Patent Organisation, the situation is worrying. Its Administrative Council can change the "Implementing Regulations", as well as Parts II to VIII and Part X of the European Patent Convention, thereby taking on the role of legislator. Additionally, TBAs and EBA of the European Patent Office take on the role of judiciary by changing the interpretation of the EPC.
- Civil servants with close ties to the patent system. In general, the people sitting on the EPO's Administrative Council are also involved with the member state patent offices, and are also the primary advisors to legislators regarding patent law (e.g. most of these people sit on the Council's "Working Party on Intellectual Property (Patents)" where they draft legislation, and they also advise governments how to vote on the proposals they write).
- The largest customers of the patent system, who keep trying to push the boundaries of what is patentable and what is not further and further, and even sit on the "Standing Advisory Committee" to the EPO (SAPECO). The Commission proposal of the software patents directive was also written in close cooperation with these companies and their representative organisations, without involvement of others.
The best way to take into account the public interest would be to
- Clearly separate the legislative, judiciary and executive tasks in the patent system. As a consequence, do not adopt Community law based on case law developed by an executive office with its own judiciary, which even cannot be appealed at a Community Court (because that executive office is not part of the Community).
- Move away from judicial governance to economic governance with full respect of a legislative mandate.
- Open up patent policy making process to society at large as opposed to entrenched and self interested (software) patent rightsholders. Strenthem transparency of the Council working group. Strengthen oversight of competition policy authorities.
- Keep in mind that the patent system is but one tool available in innovation policy making, and one which should only be applied when appropriate and not at will ("more patents" is not the same as "more innovation", and in various situations can actually result in less innovation).
- Encourage more economic research
2.1 Zijn er ten opzichte van de gemeenschappelijke politieke benadering andere of aanvullende kenmerken die u voor een doeltreffend Gemeenschapsoctrooisysteem belangrijk acht?
Het belangrijkste punt is het scheiden van uitvoerende, wetgevende en de rechterlijke macht die momenteel alle tot op zekere hoogte bij het Europees Octrooi Bureau (EOB) belegd zijn, zoals hierboven reeds vermeld. Dit houdt in dat de jurisprudentie van de TBAs/EBA van het EOB niet de basis moeten vormen voor een Gemeenschapswet, anders doen we de huidige octrooiwetgeving en de interpretaties daarvan door nationale rechters in alle lidstaten teniet. Zelfs het Verenigd Koninkrijk, waarvan de jurisprudentie het dichtst bij de jurisprudentie van het EOB staat, is nog altijd wat strikter dan het EOB.
De Europese gemeenschap zou niet moeten toetreden tot het Europese Octrooiverdrag (EOV) op een manier die de volledige zeggenschap over de toekenning van Gemeenschapsoctrooien overdraagt op een instantie buiten de Gemeenschap (namelijk het EOB en zijn TBAs en EBA). Daarnaast dient ervoor te worden gewaakt dat toetreding tot het EOV er niet toe leidt dat Europese wetgeving door het EOB wordt gemaakt, daarmee voorbijgaand aan de verdragen van de Gemeenschap, de Europese Commissie en het Europees Parlement.
Voor Nederland en andere landen wordt er door het Gemeenschapsoctrooi aansprakelijkheid met terugwerkende kracht geïntroduceerd. Hierdoor wordt het door het Gemeenschapsoctrooi mogelijk om brede, vage en triviale octrooien aan te vragen, met als doel na enkele jaren aanmaningne over inbreuk de wereld in te sturen. Gezien de hoge kosten voor de aanvechting hiervan, zullen met name bedrijven uit het MKB de dupe zijn en moeten betalen. Het resultaat: door het gemeenschapsoctrooi wordt legale afpersing winstgevend.
België kent al aansprakelijkheid met terugwerkende kracht, maar voor een kortere periode. De periode die nu wordt voorgesteld is langer dan die momenteel in de VS wordt gehanteerd. De ironie is dat misbruik en afpersing in de VS al hebben geleid tot een roep om herziening, terwijl Europa het gevaar loopt hierin zelfs een stap verder te gaan.
3.1 Wat zijn volgens u de voor- en nadelen van een pan-Europese geschillenregeling volgens de EPLA voor de gebruikers van octrooien en andere belanghebbenden?
Marc Nijdam vertaalt het antwoord op 3.1
>If the EPLA were to enforce the high-quality patents defined by EPC article 52, this could have a positive impact. If the EPLA were to enforce the EPO TBA case law (and thus enforce software and business method patents), the results would be catastrophic. Als de (regels omtrent) geschillenbeslechting bij Europese octrooien (European Patent Litigation Agreement - EPLA) ten uitvoer gebracht zouden worden en ervoor zouden zorgen dat de kwaliteit van de patenten stijgt, zoals gedefinieerd en omschreven door de Europese Patent Conventie (EPC) artikel 52, zou dit een positieve bijdrage hebben. Echter als de geschillenbeslechting bij Europese octrooien ervoor zorgt dat de jurisprudentie van de Technische Kamer van Beroep (Technical Board of Appeal, TBA) van het Europees Octrooibureau (EOB) wordt doorgevoerd, zouden de gevolgen rampzalig zijn.
>After all, the current "legal uncertainty" regarding software patents keeps various litigants at bay and is partially responsible for the absence of a US like litigation climate in Europe. This is clearly demonstrated by the fact that many software patent lawsuits are filed in the UK (Trading Technologies vs various makers of software for stock exchanges, NTP vs RiM), where case law is closest to the EPO case law. Tenslotte zorgt de huidige "wettelijke onzekerheid" wat betreft softwarepatenten ervoor dat verscheidene procesvoerende partijen zich terughoudend opstellen, en is voor een deel de oorzaak ervan dat een Amerikaanse procespraktijk in Europa ontbreekt. Dit wordt duidelijk zichtbaar door het feit dat veel rechtzaken over softwarepatenten in het Verenigd Koninkrijk worden aangebracht (Handels technologiën vs verscheidene producenten voor software voor handelsbeurzen, NTP vs. RiM), waar de jurisprudentie nog het meest lijkt op die van het Europees Octrooibureau (EOB).
3.2 Wat is volgens u het ideale systeem voor de beslechting van octrooigeschillen, aangezien in Europa mogelijk drie soorten octrooien naast elkaar zullen bestaan (nationale octrooien, Gemeenschapsoctrooien en Europese octrooien)?
It should be possible to litigate a Community patent before a Community court, based on Community law made by Community legislators (and not by an unaccountable TBA or EBA of the EPO). This court should be independent of any Community or other Patent Office.
Regarding national patents, the most logical decision is to keep the possibility to have them litigated in national courts. This is convenient in terms of geography, language, and culture. Given that European Patents are more or less collections of national patents, at least the possibility to go to a national court should be kept.
The most important feature is that it must always be possible to appeal to a court which is not bound by case law of the executive (the various patent offices), since such judicial independence is a basic requirement of our justice system.
4.1 Welke aspecten van het octrooirecht leiden volgens u tot belemmeringen voor het vrije verkeer of tot concurrentieverstoringen als gevolg van verschillen tussen de wettelijke regels van de lidstaten of de wijze waarop die regels in de praktijk worden toegepast?
ErikHarperink vertaalt het antwoord op 4.1
Software and business method patents give rise to significant trade barriers and distortions of competition within the EU. In some member states, such as Poland, these patents are not granted and appeals to rejections based on subject matter are consistently turned down by courts. In other member states, such as the UK, granting practice and case law follows the EPO practice more closely. This puts British companies operating in Poland at a competitive disadvantage and acts as a trade barrier when Polish companies try to enter the UK market.
Patenten op software en bedrijfsmethodes geven aanleiding tot aanzienlijke handelsbelemmeringen en concurrentievervalsing binnen de EG. In sommige lidstaten, zoals Polen, worden deze patenten niet toegekend en beroepszaken tegen afwijzingen gebaseerd op dit onderwerp worden consequent niet ontvankelijk verklaard door gerechtshoven. In andere lidstaten, zoals het Verenigd Koninkrijk, volgen het gewoonterecht en rechtspraak op basis van precedenten de EPO-praktijk in grotere mate. Dit bezorgt Britse bedrijven die werken in Polen een concurrentienadeel en vormt een handelsbelemmering wanneer Poolse bedrijven proberen de markt van het Verenigd Koninkrijk te betreden.
4.2 In welke mate ondervindt uw onderneming hiervan de gevolgen?
Software and business method patents mean that producers and consumers of software are exposed to arbitrary litigation when they export their services to another EU country. Our business is affected in that we are unable to determine accurately whether our products and services are "legal" in other member states, so we are exposed to a significant and unmanageable risk if we decide to export.
There is also no insurance available for software patent infringement, and experience of e.g. Miller Insurance Services Ltd has shown that the reason for this is the fact that it is impossible for a company to provide a profitable insurance service in the current patent granting climate. (See: http://www.softwarepatenten.be/faq.html#16)
4.3 Hoe schat u de meerwaarde en haalbaarheid in van de hierboven beschreven benaderingen (1 t/m 3)?
1) opname van de belangrijkste octrooieerbaarheidscriteria van het Europees Octrooiverdrag in het Gemeenschapsrecht, zodat de nationale rechter het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen om uitleg kan vragen. Het zou hierbij kunnen gaan om algemene criteria zoals nieuwheid, uitvinderswerkzaamheid en industriële toepasbaarheid, alsook om uitzonderingen voor specifieke onderwerpen en om bepaalde bedrijfstakspecifieke regels met een meerwaarde;
2) een vrij beperkte harmonisatie ten aanzien van vraagstukken die in het Europees Octrooiverdrag niet uitdrukkelijk zijn geregeld;
3) wederzijdse erkenning van in andere EU-lidstaten verleende octrooien door de octrooibureaus, eventueel gekoppeld aan een onderling overeengekomen kader van kwaliteitsnormen of aan een "validatie" door het Europees Octrooibureau, op voorwaarde dat het octrooischrift in de oorspronkelijke taal en een andere in het bedrijfsleven gebruikelijke taal beschikbaar is.
We notice that the "subject matter" criterium is missing from the list in point 1. Subject matter is a critical criterium, since it is on this basis that the EPO has granted tens of thousands of software and business process patents. The three options 1-3 are all unclear with respect to the rules on subject matter, and the question of whether EPO TBAs' case law overrides the EPC and interpretations of national courts, or not.
Regarding option 3 in particular, mutual recognition by patent offices of patents granted by another EU Member State opens the possibility that applicants start to shop around to find the patent office that most readily grants their applications. The Community Patent is intended to reduce forum shopping, but this option would actually increase that problem.
A recodification of EPC 52 substantive patent law exclusions and further clarifications are needed to
- prevent the enforcement of software patents and business method patents granted by the EPO within the European Community.
- enable control of the European Union over the EPO patent pratice which will be forced to review its policy
- reinstall political governance of the patent system
4.4 Zijn er andere benaderingen die de Commissie zou kunnen overwegen?
All proposals must come back to the basic question: does the system guarantee good patents, transparency, and accountability?
Further the EU has to prevent that EPC 52 exclusions will get weakened by further international substantive patent law harmonisation, trilateral diplomatic negotiations or TRIPs reform. Therefore the European Union has to make sure that parliaments may exercise their full control over diplomatic negotiations by the EU or member states.
As long as the problem with EPO software patents prevails the EU shall seek to strengthen Interoperability by legislative safeguards to indemnify affected software producers and E-Commerce.