Revision 51 as of 2005-04-22 12:32:41

Clear message

OngewenstePatenten

Bevroren Concept

Niet bewerken aub. Voorstellen naar: swpat [at] vrijschrift [punt] org

Ongewenste Patenten

Bespreking memo De Wit en voorstel eindconclusie

Vrijschrift/FFII

De Tweede Kamer vroeg staatssecretaris Van Gennip van Economische Zaken (EZ) overleg te voeren met het veld over softwarepatenten. Tijdens dit overleg op 23 november 2004 met het softwareveld hield kwamen brede, vage en of triviale patenten ter sprake. De staatssecretaris vroeg hierop een werkgroep om te onderzoeken of ongewenste softwarepatenten door het Europees Octrooibureau (EOB) verstrekt zijn, en of zij onder de Raadstekst ook verleend kunnen worden.

Ongewenst: vaag, breed en/of triviaal

Dat het onderzoek plaats zou gaan vinden werd aan de Tweede Kamer gemeld in het verslag van de bijeenkomst.

Voostel Eindconclusie

Door het EOB zijn ongewenste patenten verleend. Zoals een folder van het BIE bevestigt, kent het octrooirecht een lage drempel. De richtlijn heeft geen invloed op deze lage drempel. De Raadstekst kent geen definitie van “technisch”, anders dan een tautologie. De Raadstekst kent derhalve geen enkele drempel tegen vage, brede en/of triviale patenten.

Conclusie Vrijschrift

Er worden door het EOB ongewenste softwarepatenten verleend. Het Raadsvoorstel biedt geen garanties tegen deze excessen. Het Raadsvoorstel zal derhalve schadelijk zijn voor het MKB en de interoperabiliteit en zal de Europese maakindustrie kwetsbaar maken voor patenttrollen.

Het onderzoek

Een lijst met 10 ongewenste patenten werd door Vrijschrift/FFII samengesteld en op 26 november 2004 door VOSN naar Economische Zaken (EZ) opgestuurd [ongewenst]. De heer De Wit, IE-advocaat, op 23 november vertegenwoordiger van Microsoft, schreef hierop, na consultatie van octrooigemachtigde dr. ir. Hans Hutter van het Nederlandsch Octrooibureau te Den Haag, een uitgebreide reactie [Wit]. Op 15 april 2005 vond een bijeenkomst van de werkgroep plaats.

Op 26 november 2004, al na 3 dagen, verzond VOSN de lijst met 10 ongewenste patenten. Vier en een halve maand later, en minder dan 24 uur voor de bijeenkomst van de werkgroep, werd het memo van de heer De Wit onder de deelnemers verspreid. Een gedegen reactie op het memo was om deze reden niet mogelijk. Vandaar deze reactie.

We zijn de heer De Wit erkentelijk voor zijn memo, waardoor er in elk geval enkele conclusies te trekken zijn. De heer De Wit doet uitspraken over de kwaliteit van de verlening door het EOB. De tweede vraag van de staatssecretaris luidde of ook onder de Raadstekst brede, vage en/of triviale patenten verleend kunnen worden. Opvallend aan het memo De Wit is dat het in het geheel niet op deze vraag ingaat. Het memo De Wit gaat in het geheel niet inhoudelijk op de Raadstekst in – hetgeen toch echt de vraag van de staatssecretaris was. De onderbouwing ontbreekt derhalve.

Een goede onderbouwing is te meer noodzakelijk, omdat tal van parlementen, regeringen en maatschappelijke organisaties, zoals het Europees Economisch en Sociaal Comité, de Europese MKB-associaties UEA-PME en CEA-PME, Europese consumentenassociatie BEUC, Deutsche Bank Research, een volledig tegenovergestelde, goed onderbouwde positie innemen [organisaties]. De brief die de regering op 16 juni 2004 aan de Kamer stuurde heeft de Kamer in elk geval niet overtuigd, gezien de motie van 1 juli.

Zoals een folder van het BIE bevestigt, kent het octrooirecht een lage drempel. De richtlijn heeft geen invloed op deze lage drempel. De Raadstekst kent geen definitie van “technisch”, anders dan een tautologie. De Raadstekst kent derhalve geen enkele drempel tegen vage, brede en/of triviale patenten. Hiermee is ook de tweede vraag van de staatssecretaris beantwoord.

Vrijschrift ziet geen verweer tegen deze conclusie, en stelt de werkgroep voor deze conclusie over te nemen.

Punten van overeenstemming

We nemen het memo van de heer De Wit ter hand.

- Alle octrooien op de lijst zijn inderdaad verleend.

- Een zestal patenten zouden beter niet verleend kunnen zijn, volgens zowel VOSN, Vrijschrift als de heer De Wit.

Geschilpunten

Het EOB vindt alle 10 patenten gewenst, ze werden allen verleend.

De heer De Wit vindt 4 van de 10 gewenst, 6 niet (4 business methods, 2 niet technisch).

VOSN vindt alle 10 ongewenst.

Vrijschrift/FFII vindt alle 10 ongewenst.

Belangrijkste geschilpunten zijn de nrs 1, 2, 7 en 8 van de lijst: tabbladen, tijdelijk tonen informatie, versturen video/audio, versturen video/audio met buffer.

De heer De Wit doet uitspraken over de kwaliteit van de verlening door het EOB, deze worden door Vrijschrift bestreden.

Geschilpunten inhoudelijk

Een viertal patenten werden verschillend beoordeeld, volgens Vrijschrift/FFII zijn zij ongewenst, volgens de heer De Wit niet. Volgens de heer De Wit zijn tabbladen duidelijk technisch. Dit wekt geen verbazing. Technisch is in de Raadtekst niet gedefinieerd [technisch]. Tabbladen kennen we allemaal uit het dagelijkse leven. Het is geen uitvinding, ook niet om ze op een computer toe te passen. Software zit vol met ideëen van deze kwaliteit. Willen we software vol met patenten? We zien hier dat iets "technisch" kan zijn en tegelijk ongewenst (als patent). Is het rechtvaardig dat iets triviaals als tabbladen een alleenrecht van 20 jaar oplevert?

We merken op dat de 4 patenten waar geen overeenstemming over is, duidelijk pure software betreffen.

Een tweetal verleende patenten vindt de heer De Wit niet technisch. Zij zouden naar zijn mening onder de Raadstekst vermoedelijk niet meer verleend worden. Deze stelling is hoogst twijfelachtig. De Raadstekst defineert “technisch” immers niet. Een andere formulering van het octrooi, die een “technische bijdrage” beter doet uitkomen, kan al voldoende zijn. In de aangeleverde lijst met ongewenste patenten stond al de "technische bijdrage" vermeld. De heer De Wit gaat in het geheel niet in op de Raadstekst zelf, poneert er alleen stellingen over.

De 4 business method patenten zouden volgens de heer De Wit nu niet meer verleend worden. Ook deze stelling is hoogst twijfelachtig. Business methods zijn inderdaad niet patenteerbaar, maar slechts “as such”. Indien zij een technische bijdrage leveren, zijn zij wel patenteerbaar. Zoals gezegd, is “technisch” niet gedefinieerd in de Raadstekst, Een andere formulering van het octrooi, die een “technische bijdrage” beter doet uitkomen, kan al voldoende zijn. De constatering dat sinds een paar jaar echte business method patents niet tot nauwelijks meer verleend worden, is niet relevant. De mogelijkheden er “business methods not as such” van te maken liggen voor het opscheppen. Zie hiervoor "How the Council text from 18 May 2004 allows pure software patents" [Maebe]. Zie voor een voorbeeld van een recent verleend business method patent: http://wiki.ffii.org/WibuEn

Je kan gemakkelijk via gauss recent toegekende patenten (minder dan 9 maanden geleden) over eender welk onderwerp vinden, door gewoon naar volgende url te surfen: http://www.google.com/search?q=site:http://gauss.ffii.org+%22Granted.+Within+9+month+opposition+window%22 en vervolgens in het zoekveld extra keywords in te geven (zoals web, sale, commerce, selling, ...).

Het Europees Economisch en Sociaal Comité, die als eerste een officieel advies over het oorspronkelijke Commissievoorstel afleverde, maakte brandhout van die tekst en stelde dat de Commissie "onvoldoende oog [heeft] voor economische factoren en de impact op onderzoek en ondernemingen in Europa, waardoor een totaalvisie ontbreekt" Het Commissievoorstel is semantisch vrijwel identiek aan de Raadstekst [EESC].

Opmerkingen achteraf in het memo, nr 2

“2. Er zijn vele voorbeelden te vinden van recente octrooiaanvragen die door het Europees Octrooibureau worden geweigerd omdat zij volgens het Europees Octrooibureau geen betrekking (zouden) hebben op een technische vinding: ”

Het gaat niet om wat het EOB afwijst, maar om wat het EOB volgens de Raadstekst kan toekennen. Rechters hebben een grens nodig, en die grens moet in de wetgeving staan. In de Raadstekst ontbreekt deze grens volledig. De Raadstekst is een lege huls.

Opmerkingen achteraf in het memo, nr 4

"4. Het valt op dat bijna alle octrooien van de lijst "ongewenste patenten" waarvan wij menen dat ze onder de huidige jurisprudentie niet meer verleend zouden worden, zijn verleend in de periode tot en met 2001. Er is er maar 1 van de periode daarna (nr. 10). Dit komt overeen met de praktijkervaring, o.m. van dr.ir. Hans Hutter voornoemd, dat het Europees Octrooibureau sinds een paar jaar steeds strenger wordt in het handhaven van de eigen regels en echte business method patents niet tot nauwelijks meer verleend. Men bedenke dat het enige tijd duurt voordat jurisprudentie van de Kamer van Beroep van het EOB b.v. in de zaak Pension Benefits doorklinkt bij de verlenende ambtenaren van het EOB. De Pension Benefits uitspraak 1 dateert van september 2000 dus het verbaast niet te zien dat vanaf ongeveer eind 2001 het EOB veel kritischer is geworden en dus veel meer afwijst, vandaar dat de lijst van "ongewenste octrooien" voornamelijk octrooien vermeld die voor 2001 verleend zijn (met uitzondering van twee octrooien: nr. 7 en nr. 10)"

De belangrijkste vraag, of de patenten ook onder de Raadstekst verleend kunnen worden wordt hiermee niet beantwoord.

De vermeende verbetering wordt door de feiten weersproken. Ook nadat het EOB de eigen regels toe is gaan passen, werden er nog ongewenste patenten verstrekt, dit blijkt uit de twee voorbeelden die De Wit geeft, nr 10, ook volgens De Wit niet technisch, en nr 7, technisch volgens de heer De Wit, ongewenst volgens VOSN en Vrijschrift. Zie ook wat we hierboven schreven onder “Geschilpunten inhoudelijk”.

Dat het EOB de eigen regels toe kan passen of niet, naar eigen goeddunken, is omineus. Hier wreekt zich het feit dat het EOB zowel uitvoerder als rechter is. Een onverantwoorde situatie.

We merkten reeds op dat business methods inderdaad niet patenteerbaar zijn, maar slechts “as such”. Indien zij een technische bijdrage leveren, zijn zij wel patenteerbaar.

Alleenrechten zijn zeer begerenswaardig, de druk op het octrooirecht is enorm. In de negentiende eeuw werd het in Nederland afgeschaft omdat het uit de hand gelopen was. Dutfield en Suthersanen beschrijven het verlagen van de inventiviteitsdrempel in de loop der tijd [DUT99]. Het is ook Piet Schalkwijk, voorzitter van de commissie industrieel eigendom van werkgeversorganisatie VNO-NCW opgevallen: “De slagzin van de Europese Octrooiraad was dat zij er was om octrooien te verlenen en dat de aanvrager haar klant was. Dit is een fundamenteel onjuist concept. De echte klant van octrooiraden is de samenleving in de ruimste zin van het woord.” [Schalwijk]. Ook Arnoud Engelfriet, octrooigemachtigde, werkzaam bij Philips, heeft, sprekend op eigen titel, de staf gebroken over het verleningsbeleid van het EOB [Engelfriet]. De lage drempel wordt ook bevestigd in een folder van het Bureau Intellectueel Eigendom: “De lat voor inventiviteit ligt minder hoog dan binnen de universiteit wel eens wordt gedacht.” [folder]. Door het EOB werd ook “software as such” in de loop der tijd betekenisloos gemaakt.

Het trivialiteitsprobleem is niet op te lossen met deze richtlijn, wel is er een goede definitie van technisch te maken. Dit is noodzakelijk. Er moet harde wetgeving komen om het tij te keren. Het bovenstaande citaat van de heer De Wit is te lezen als een pleidooi de zaak aan het EOB over te laten. Ronduit verbijsterend. We maken wetgeving waarin we zo weinig mogelijk regelen, om de uitvoerder niet voor de voeten te lopen. Het was toch duidelijk de bedoeling het EOB aan banden te leggen. Laten we ook niet vergeten dat het EOB tegelijk uitvoerder en rechter is: een idiote situatie. Harde wetgeving is nodig, een harde definitie van technisch. De amendementen van het EP dienen weer in de richtlijn opgenomen te worden.

Het verschil tussen de VS en Europa is dat hier een uitvinding technisch moet zijn. De uitvindingshoogte is laag, en technisch is niet gedefinieerd...

Opmerkingen achteraf in het memo, nr 5

“5. Wij kunnen niet inzien waarom de octrooien uit de lijst "ongewenste patenten", waarvan wij menen dat ze onder de huidige jurisprudentie van het Europees Octrooibureau en onder de Richtlijn van de Europese Commissie nog steeds verleenbaar zouden zijn, anders behandeld zouden moeten worden dan bijvoorbeeld een octrooiaanvrage op een plastic paper clip. Wij hebben een voorbeeld van een verleend Europees octrooi (EP-B1-274085) op een dergelijke paperclip bijgevoegd. Die octrooien hebben tijd, geld energie en inventieve arbeid gekost van wetenschappers en technici (namelijk IT-ingenieurs), net als de plastic paper clip tijd, geld, energie en inventieve arbeid heeft gekost van de uitvinder daarvan.”

A en B liggen dicht bij elkaar, dus als A patenteerbaar is, moet B dat ook zijn. B en C liggen ook dicht bij elkaar, evenals C en D. Ga even door en alles van A tot Z is patenteerbaar.

De zin van het octrooirecht is het stimuleren van innovatie, niet het vergelijken van patenten. Van een octrooi op een plastic paperclip heeft niemand last, op de andere producenten van plastic paperclips na. Zoals het empirische onderzoek van Bessen en Hunt [BH] aantoonde, is dat bij velden waar de ontwikkeling cumulatief verloopt anders. Daar hinderen patenten de innovatie. Vervolgstappen kunnen niet gezet worden.

Software is ideeënrijk. Een richtlijn zonder duidelijke definitie van “technisch” zal software patentenrijk maken. Tientallen, zo niet honderden patenten per product zijn geen uitzondering. Grote bedrijven bouwen grote octrooiportefeuilles op, sluiten onderling kruislicentieovereenkomsten af. De rest heeft tientallen of honderden licentieovereenkomsten nodig, voor de redelijke prijs van enkele procenten van de omzet per licentie: dit is onmogelijk. Zij worden buitengesloten. Laten we hierbij niet vergeten dat 80% van de nieuwe banen in Europa door het MKB geschapen wordt.

Een richtlijn zonder duidelijke definitie van “technisch” zal alle ruimte bieden aan patent-trollen. Dat zijn bedrijven die volstrekt niet innoveren, geen research doen, geen producten maken, alleen maar patenten verzamelen en aanmaningen rondsturen. Ze zijn er achter gekomen dat het gemakkelijker is patenten te kopiëren dan producten. En je kan er meer mee verdienen. Je kan vragen wat je wilt, want patenten zijn alleenrechten.

Een voorbeeld. Apple maakt een hoogst succesvolle mp3speler, de iPod. Muziek ervoor verkoopt Apple via iTunes. Apple ontwikkelde zelf een Digital Rights Management methode. Toch eist nu een bedrijf uit Hong Kong 12% van de omzet van iPod en iTunes. Apple zou een DRM patent hebben geschonden. Het betreffende Amerikaanse patent heeft een Europees equivalent. Een vreselijke situatie: je maakt zelf iets, en toch moet je een ander idioot hoge bedragen betalen.

Softwarepatenten mogen bedoeld zijn de Europese maakindustrie te beschermen, zij maken haar juist kwetsbaar . Met softwarepatenten haalt de Europese maakindustrie het Paard van Troje binnen.

Het hele idee om in de softwarebranch onderscheid te maken tussen uitvinders en vakmensen is absurd. Elke programmeur kan een “technische bijdrage” leveren. Dit is zijn vak. Het leidt tot totale verstikking alleenrechten te verlenen voor gewone beroepsuitoefening. Het octrooirecht beschikt helemaal niet over de instrumenten die nodig zijn om uit te maken wanneer het verlenen van een alleenrecht de innovatie bevordert, en wanneer niet. Zo lang het over paperclips en drukknopen gaat blijven de gevolgen van het octrooirecht beperkt. Maar software is een ander verhaal.

De paradox is dat software complex is. Je kan dan denken: O, complex, zeker octrooirecht toepassen. Maar alleenrechten hebben het gevolg dat anderen er niet op kunnen voortbouwen. Bij complexe systemen juist geen octrooirecht. Het octrooirecht is te bot, te traag om op een voortsnellend, complex, wereldomspannend, cumulatief vakgebied als software toe te passen.

Het auteursrecht biedt precies de juiste hoeveelheid bescherming. Kopiëren mag niet, er op voortbouwen wel. Het is juist dit “er op voortbouwen” dat door het octrooirecht verhinderd wordt. Daarom: octrooirecht voor paperclips en drukknopen, niet voor software.

Opmerkingen achteraf in het memo, nr 7

"7. Wij zouden dan ook menen dat het MKB (SME) juist vóór de aanname van een (goede, lees:) laatste Commissie-tekst van de richtlijn zou moeten zijn. De mooiste illustratie van deze stelling is het hierboven genoemde (in Amsterdam gevestigde) bedrijf TomTom B.V. Gestart in begin jaren negentig als een klein (!) softwarebedrijf, veroverde het de GPS markt nadat het software ontwikkelde waarbij het mogelijk werd GPS software toe te passen in handheld electronic agenda's - ofwel PDA's. Deze oplossing werd i.v.m. zijn gebruiksvriendelijkheid en zijn competitieve prijs (veel goedkoper dan dan de GPS die standaard in auto's wrodt geleverd) razend populair. Het bedrijf is enorm gegroeid en is thans actief octrooi aanvrager, simpelweg omdat anders elke grote - Amerikaanse of Japanse - onderneming dit produkt kan kopiëren en op de markt brengen zonder de last van hoge ontwikkelingskosten en R&D. Zou er géén bescherming in Europa voor handen zijn dan zullen bedrijven als TomTom B.V - zonder twijfel een buitengewoon fraai voorbeeld van succesvol Nederlands ondernemerschap - zich wel twee maal bedenken hun innovatieve onderneming in Europa te starten resp. te handhaven."

Er zijn ook bedrijven die juist niet in de VS willen verkopen vanwege de problemen die dat met zich met zal brengen.

“In our recent Company Day, our CEO proudly pointed out our successes on an atlas of the world. To Egypt, to Bulgaria, to Japan, to Switzerland to China etc. But in his presentation, North America was simply labelled “Here be dragons”! Thats how our company views the US. A nation which we darent touch. Where we’ve seen our competitors burn themselves in mitigating legal cases. We’ve penetrated Communist China on the other side of the planet, but we daren’t visit our next door neighbours a mere pop over the ocean.”

De situatie in Europa is niet beter te noemen. Laten we eens naar EP0660290 kijken:

"Apparatus and method for navigating vehicle to destination using display unit". Priority date ergens in 1994. Misschien was TomTom wel eerder met zijn "uitvinding", maar om dat nu opnieuw te patenteren lijkt me toch moeilijk te zijn (TomTom's patent is immers nog niet toegekend!). De claim van TomTom is ook afschuwelijk breed:

"A navigation device programmed with a map database and navigation software that enables a route to. be planned between two user-defined places, wherein the device is further programmed to be able to display a menu option that, if selected, causes the automatic export of street, city format or postcode format address data used by an application resident on the device to the navigation software resident on the device for processing."

En verder is TomTom ook echt niet de enige met een dergelijke octrooiaanvraag in de pijplijn (octrooi van TomTom is nog niet goedgekeurd, zit nog maar in A1 status). Hier zijn een paar voorbeeldjes:

Rechtstreeks op navigatie:

* EP883054 (aanvraag, nog niet toegekend): inzoomen op een navigatiekaart * EP1081461 (aanvraag, nog niet toegekend): een (auto-)navigatiesysteem * EP1271101 (nog niet toegekend en onnoemelijk breed en vaag, zal nooit toegekend worden in huidige vorm): een navigatiesysteem

Gerelateerde onderwerpen:

* EP1291619 (nog niet toegekend): een digitale kaart met een bijbehorende lijst, en op de kaart kunnen de plaatsen die je selecteert uit de lijst aangeduid worden * http://gauss.ffii.org/PatentView/EP1321741 (nog niet toegekend): betalen voor gebruik navigatie in auto * http://gauss.ffii.org/PatentView/EP905481 (nog niet toegekend): navigatie aanpassen om tolhuisjes te vermijden * http://gauss.ffii.org/PatentView/EP1003018 (beslissing van EOB om toe te kennen): bijhouden waar men de laatste tijd langsgeweest is, zodat het systeem kan suggereren waar je misschien nog naartoe zou willen kunnen gaan.

En dat is door gewoon eventjes op een paar links te klikken als resultaat van: http://www.google.com/search?q=site:gauss.ffii.org+car+navigation

Bedrijven als IRIS [IRIS] en Cisco [Cisco] zouden softwarepatenten liever kwijt zijn om dergelijke problemen te voorkomen. Concurrerend zijn, dicht op de markt zitten is veiliger.

referenties

[ongewenst] http://www.vrijschrift.nl/softwarepatenten/webshop10.txt

[Wit] Memo De Wit verspreid onder deelnemers werkgroep

[technisch] Definitie in Raadstekst: "technische bijdrage": een bijdrage tot de stand van de techniek op een gebied van de technologie die nieuw is en voor een deskundige niet voor de hand ligt. De technische bijdrage wordt beoordeeld door het bepalen van het verschil tussen de stand van de techniek en de reikwijdte van de in haar geheel beschouwde octrooiconclusie, die technische kenmerken moet omvatten, ongeacht of deze vergezeld gaan van niet-technische kenmerken."

Nergens is gedefinieerd wat "technisch" nu eigenlijk betekent. Er zijn "technische kenmerken" nodig om over een "technische bijdrage" te kunnen spreken, maar wat houdt dat "technisch" in? De Raadstekst laat dat volledig open. Dit is geen definitie, dit is een tautologie.

[IRIS] http://www.ffii.org/~jmaebe/sme/IRIS-ipsummit.pdf

[Cisco]http://www.ftc.gov/opp/intellect/barrrobert.doc

[BH] http://www.elis.ugent.be/~jmaebe/swpat/nlstudies/studies.pdf

[Maebe] http://www.ffii.org/~jmaebe/swpat/cons.html

[DUT99] THE INNOVATION DILEMMA: INTELLECTUAL PROPERTY AND THE HISTORICAL LEGACY OF CUMULATIVE CREATIVITY Graham M. Dutfield & Uma Suthersanen Intellectual Property Quarterly 2004 p. 379-421

[winkelwagentje] http://www.netkwesties.nl/editie98/artikel1.php

[EESC] http://tinyurl.com/3p8ac

[Tertio] http://protectinnovation.ffii.org.uk/read_testimony

[Schalwijk] http://www.vrijschrift.nl/nl/softwarepatenten/publ_overheid/presentatie_schalkwijk

[Engelfriet] http://webwereld.nl/nieuws/20700.phtml

[folder] http://www.bie.minez.nl/Images/OCNL%20Universiteit%5BDEF%5D_tcm6-3144.pdf

[organisaties]http://tinyurl.com/3p8ac http://www.ueapme.org/docs/press_releases/pr_2005/ http://wiki.ffii.org/Ceapme050201En http://www.beuc.org/Content/Default.asp?PageID=103 (lokale kopie: http://www.ffii.be/doc/beuc.pdf ) http://wiki.ffii.org/DB040622En

De inhoud van deze site is zonder enige vorm van garantie beschikbaar onder zowel de GNU Free Documentation License als de Creative Commons Naamsvermelding-Gelijk delen-licentie