SwpatInnovatie

Softwarepatenten stimuleren de innovatie niet

Er is absoluut geen bewijs dat patenten op software daadwerkelijk tot gevolg hebben dat innovatie gestimuleerd wordt. Want dat is toch waar het om zou moeten gaan. Deze stellingname wordt door verschillende hoog aangeschreven wetenschappers onderschreven.

Zoals bijvoorbeeld Prof. Verkade[VK99]:

"De afweging vóór en tegen ruimere octrooieringsmogelijkheden voor computerprogramma's brengt onvermijdelijk de vraag naar voren naar de vraag of dit in de 19e eeuw tot ontwikkeling gekomen octrooisysteem aan zijn doel beantwoord heeft: met andere woorden of de (technische) ontwikkeling zonder octrooisysteem inderdaad minder snel zou zijn gegaan. Bewijs hiervoor bestaat niet, net zo min als bewijs van het tegendeel overigens. De bekendste studie op dit gebied - in opdracht van de Amerikaanse overheid - is nog altijd die van de econoom Machlup uit 1958. Machlup kwam per saldo niet verder dan de constatering dat hij bij ontbreken van een octrooisysteem onvoldoende reden zag voor de invoering ervan, maar dat hij, nu het eenmaal bestond, ook onvoldoende argumenten had om de afschaffing ervan aan te bevelen. Onderzoeken die verder zijn gekomen in de ene of in de andere richting, zijn niet bekend. Ook niet op het gebied van computerprogramma's."

Ook het Ministerie van Economische zaken komt tot die conclusie[EZ01]:

"Uit bovenstaande gegevens blijkt dat er eigenlijk geen objectief cijfermateriaal bestaat dat de positieve of negatieve invloed van octrooiering op innovatie in de softwaresector zou kunnen aantonen. De cijfers die er zijn, zijn voor een deel onbetrouwbaar omdat ze afkomstig zijn van lobby-organisaties die tegenstanders zijn van octrooiering van software. Bovendien is het voor het vergaren van cijfermateriaal lastig om softwaregerelateerde uitvindingen te herkennen in de octrooiregisters. De voor- en nadelen van octrooiering zijn dan ook lastig cijfermatig te onderbouwen."

"Gezien de kenmerken van de softwaremarkt kan verruiming van de octrooiwetgeving marktverstorend werken en het ontstaan van innovatieremmende softwaremonopolies tot gevolg hebben."

Wat overigens opvalt in dit document is het feit dat men de cijfers van FFII in twijfel trekt, terwijl op de site duidelijk vermeld wordt waar die cijfers vandaan komen en hoe ze zijn verkregen. Die cijfers komen namelijk uit analyses van de databases van het EOB. Die gegevens zouden door het aan het Ministerie gelieerde Bureau Intellectueel Eigendom dan ook gemakkelijk geverifieerd kunnen worden.

Sinds het uitkomen van de rapporten in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken zijn er intussen wel enkele onderzoeken gedaan die een bepaalde richting uit wijzen. De meest bekende daarvan is dat van Bessen en Hunt, een Empirische Kijk op Softwarepatenten [BH03]. De belangrijkste conclusies uit dit rapport zijn:

  • Softwarepatenten hebben in de VS geleid tot een transfer van R&D budgetten naar juridische budgetten voor het aanvragen (en afdwingen) van octrooien.

  • Meer octrooieren betekende minder innovatie, zelfs in de bedrijven die het meest octrooieerden.
  • De meeste softwarepatenten in de VS zijn in het bezit van de traditionele industrie (dus van makers van electronica, industriele machines e.d.), en voornamelijk voor strategische doeleinden i.p.v. voor het beschermen van investeringen.
  • Patenten hinderen innovatie in plaats van haar aan te moedigen in velden waar de innovatie hoofdzakelijk incrementeel is, zoals bij software-ontwikkeling.

Maebe heeft een overzicht van verschillende studies gepubliceerd [JM0408].

Als klap op de vuurpijl nog de samenvattende conclusie van Verkade e.a.:

"Dat de maatschappij als geheel per saldo beter af is met octrooiering van computerprogramma's, en met een eventuele verruimde mogelijkheden ten deze, is dus een onbewezen en onbewijsbare stelling, getuige Machlup en getuige de economische wetenschap die ten deze nog niet verder is.

Het getuigt dus van durf van het Europese Octrooibureau (EOB) om in weerwil van het verbod in art. 52 lid 2.c en lid 3 van octrooiering van computerprogramma's als zodanig, een - in onderdeel 2 beschreven - richting op te gaan die van die bepaling weinig of niets overlaat, zij het met nog steeds enige 'vermomming'. Evenzo getuigt van durf de wens van de Europese Commissie om zonder aangetoond en aantoonbaar algemeen maatschappelijk nut, de octrooiering van computerprogramma's als zodanig mogelijk te willen maken."

Referenties

[VK99] "Ruimere octrooiring van computerprogramma's: technicality of revolutie?", een Rapportage in het kader van het programma Informatietechnologie en recht (ITeR) uitgebracht aan het Ministerie van Economische Zaken door prof. mr D.W.F. Verkade mr DJ.G. Visser mr L.D. Bruining uit december 1999. http://www.vrijschrift.nl/nl/softwarepatenten/publ_overheid/ovc.pdf

[EZ01] De juridische en economische aspecten van het software-octrooi Ministerie van Economische Zaken Den Haag, december 2001 1 Publicatienummer: 01|20 http://www.vrijschrift.nl/nl/softwarepatenten/publ_overheid/juri_econom_swpat.pdf

[JM0408] http://www.elis.ugent.be/~jmaebe/swpat/studies/

[BH03] James Bessen and Robert M. Hunt. An Empirical Look At Software Patents. Working paper, March 2003. http://www.researchoninnovation.org/online.htm#sw.

De inhoud van deze site is zonder enige vorm van garantie beschikbaar onder zowel de GNU Free Documentation License als de Creative Commons Naamsvermelding-Gelijk delen-licentie